Onderwijs 2032

Leraren, onderwijsdeskundigen, journalisten en (groot)ouders worden deze dagen door de media meegenomen in een discussie over Onderwijs 2032. De noodzaak om een brede discussie over toekomstig onderwijs te voeren is gestoeld op de gedachte dat zowel bij de inhoud, de manier en het resultaat van scholing veel verschillende partijen en expertises betrokken zijn. Volgens de website onsonderwijs2032.nl wil het onderwijs de leerlingen prikkelen om hun capaciteiten in te zetten, niet alleen cognitief maar ook creatief en fysiek. Niet alleen leren met je hoofd maar ook met je handen en het hart. Taalvaardig, beweegvaardig, informatievaardig en rekenvaardig. Volgens onderwijs2032 betekent rekenvaardig dat leerlingen logisch kunnen redeneren, kunnen omgaan met getallen en verhoudingen en met basale statistiek. Bij informatievaardig wordt gedacht aan mogelijkheden en risico’s van informatie uit het internet en het (beperkt) zelf toepassen van digitale technologie.

Dat rekenen (beter wiskunde) en informatievaardigheid een plaats dienen te krijgen in het toekomstige onderwijs is vanzelfsprekend. Wie kan zich immers een wereld voorstellen zonder deze kennisgebieden? Het is te hopen dat digitale kennis en wiskunde niet alleen met het “hoofd” wordt geoefend. Wiskundige basiskennis ligt naar ons idee “voor het oprapen”, ook heel letterlijk dus in de zintuigelijke ervaring van kinderen. Mathematica betekent oorspronkelijk zoiets als de kunde van het leren. Op een systematische manier verbanden vinden tussen kwantitatieve (aantallen en hoeveelheden) kenmerken van onze wereld. Kinderen hebben daar al op jonge leeftijd belangstelling voor.

(Groot)ouders van nu kunnen hun (klein)kinderen helpen door ze spelenderwijs met hoofd, hart en handen mee te nemen in de wereld van aantallen, hoeveelheden en informatie.

You may also like...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.