Baby’s en “core knowledge”.
Vorige week werden de Heinekenprijzen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen (KNAW) uitgereikt. Voor haar pionierswerk op het gebied van cognitieve ontwikkeling van jonge kinderen werd de prijs op het vakgebied cognitieve wetenschappen uitgereikt aan Elizabeth Spelke. Zij is hoogleraar psychologie aan de Harvard Universiteit. Spelke doet al jaren onderzoek naar de cognitieve vermogens waarmee baby’s geboren worden en hoe die vermogens zich verder ontwikkelen. Voor een opa die binnenkort een kleinkind mag verwachten zijn haar inzichten erg interessant. Zeker voor een aankomende grootvader die extra oog heeft voor cognitieve ontwikkeling.
Hoewel Elizabeth Spelke overeenkomsten ziet tussen menselijke cognitie en die van dieren wijst zij op een typisch fundamenteel menselijk vermogen. Dat is in haar ogen dat wij kunnen nadenken over abstracte zaken die we in de werkelijkheid nooit zullen tegenkomen zoals een volmaakte cirkel, een lijn zonder dikte of een oneindig voortgaande reeks natuurlijke getallen. Mensen zijn in staat om met deze abstracte fenomenen te redeneren alsof ze in de realiteit bestaan. Zelf geeft Spelke aan dat het bestuderen van het gedrag van baby’s en jonge kinderen haar de mogelijkheid geeft om de basis van dat menselijk kennen te ontrafelen. En om te ontdekken wat aangeboren is en wat ontwikkeld wordt in de eerste levensjaren.
Cognitief psychologen zoals Spelke gaan ervan uit dat we geboren worden met een beperkt aantal van elkaar los staande cognitieve vermogens. Met zo’n stukje cognitie ( in de literatuur “core knowledge” genoemd) kunnen baby’s en jonge kinderen al iets begrijpen van de wereld. Zo blijkt dat ze ideeën hebben over hoe voorwerpen zich gedragen. Ze “weten” dat een bal een bal blijft en niet zomaar in een hoopje zand verandert. En ze verwachten dat een bal gaat bewegen als je er tegenaan duwt. Behalve core knowledge dat gaat over voorwerpen hebben jonge kinderen ook stukjes aangeboren cognitie met betrekking tot getallen, vormen, ruimtes en personen. Volgens Spelke en anderen heeft evolutie ons mensen voorzien van een paar stukken cognitie waarmee we geboren worden. En met het vermogen om geleidelijk, als we opgroeien, die afzonderlijk stukken core knowledge met elkaar te gaan verbinden. Door de integratie van die cognitieve basiselementen kunnen mensen steeds complexere zaken gaan begrijpen.
Oplettende grootouders zullen de core knowledge bij hun kleinkinderen herkennen. En ze kunnen heel goed helpen bij het verbinden van die cognitieve basiselementen tot een geïntegreerd cognitief geheel. Een opdracht en een uitdaging!